Tags

, , , ,

Kamermuziekfestival Winteravonden aan de Amstel: Severin von Eckardstein, piano: S.Rachmaninov. Preludes nr. 4, 7 en 10 opus 23; A.Skrjabin. Zevende Sonate; N.Medtner. Sonate-Ballade; S.Prokofjev. Achtste Sonate. Gehoord op 16 december 2017 in de Kerkzaal van de Hermitage, Amsterdam; gepubliceerd in Pianorama van Pianist nr.1 februari 2018. 

In december 2017 vierde het Kamermuziekfestival Winteravonden aan de Amstel zijn vijfde verjaardag. Het thema van de jubileumeditie Hollandse Meesters – Meesterlijke Russen sloot naadloos aan op de tentoonstelling Hollandse Meesters, die tot 27 mei a.s. nog te zien is in de Amsterdamse Hermitage. Tijdens de vier festivaldagen werd er traditiegetrouw ruim aandacht aan de piano besteed. Onder de deelnemende pianisten waren Alexei Lubimov, Olga Pashchenko, Plamena Mangova en Severin von Eckardstein, die als solist of in diverse ensemblesamenstellingen de kamer- en pianomuziek van Glinka, Rachmaninov, Schumann en Mendelssohn speelden.
De eer om het eerste lustrum in te luiden was aan Severin von Eckardstein. Aan het begin van zijn energiek en lyrisch verheven recital dompelde hij het ademloos luisterende publiek in een warm bad van meditatief intense klanken van Rachmaninov om het vervolgens in de zee van Skrjabins dissonanten te storten. Na Rachmaninovs Preludes klonk de grillige creatie van zijn tijdgenoot als een brok natuurgeweld. Dankzij het subtiele pedaalgebruik van de Duitse pianist kreeg de extatische bewondering van Skrjabin voor ongeremde natuurkrachten toch haar zorgvuldig voorgeschreven ‘mysterieuze’ en ‘donker majestueuze’ ondertoon. Het was echter een verademing toen de verscheurende emoties van Skrjabins Zevende Sonate plaatsmaakten voor de polyfone en klassiek opgebouwde Sonate-Ballade van Nikolaj Medtner. Hier haalde de eerste prijswinnaar van de Internationale Koningin Elisabethwedstrijd 2003 alles naar boven wat in deze onmiskenbaar romantische, bij flarden zelfs weemoedige compositie verstopt zit. Met zijn volle, rijk geschakeerde aanslag liet Von Eckardstein de piano luisteren en schreeuwen. Feilloos zette hij de guirlandes van akkoorden neer die aan het eind van de sonate als machtige klankgolven wegstroomden. De jubelende afsluiting kreeg een bewonderingswaardige orkestrale kracht, wat goed van pas kwam bij de overgang naar Prokofjevs Achtste Sonate. Ook deze ‘Oorlogssonate’ uit 1944 werd bijzonder krachtig neergezet. Virtuoze passages en overdonderende dynamiek vermengden zich met de lyrische zachtheid. Samen zorgden ze voor de nodige verfijning die vooral in het derde deel goed uit de verf kwam. Het niets ontziende klankgeweld kreeg dankzij Severin von Eckardstein iets geruststellends, aangezien de pianist keer op keer bewees dat hij ontelbare nuances in de oceaan van uitbundige klanken kon aanbrengen. @Olga de Kort, 2018.Openingsconcert S.vonEckardstein-16.12.2017 - fotoWinteravondenaanDeAmstel