Tags

,

De Wals van Glazounoff

Waar hebt gij ’t eerst geklonken? Bij ’t geschitter
Van ’t hof, dansend in martiaal helblauw?
In een dier lange Petersburger witte
Nachten, verstild nazoemend bij een vrouw
 
Die pas verlaten was, of weer bezocht
Werd en verraden? Tijdens de accolade
Waarin een grootvorst helden kussen mocht?
Hebt gij zijn troïka met uw droom beladen?
 
Moest gij vergaan, – weer opstaan, – henenstrompelen
Onder bebloede tressen, – door uw maat
Ontdane generaals in heimwee dompelen,
Totdat uw schijf zich niet meer spelen laat?
 
‘k Heb u genoeg gehoord, ‘k verlang de barst
die mij bevrijdt van uw vijand’lijkheden;
Zóo oud zijt gij, dat de trombône knarst,
O grammofoonplaat met uw licht verleden.
 
‘Berijmd Palet’ (1933). III. Soldateska, p.31. In: S.Vestdijk. Verzamelde gedichten. 1. Lyrische poezie. Amsterdam: Athenaeum-Polak&Van Gennep enz., 1971. 
 
 
► Concert Wals in D nr.1 op. 47 (1893)